Afscheidsinterview Hibin bestuurslid Hans de Jong
Afscheidsinterview Hibin bestuurslid Hans de Jong
‘De vernieuwing is goed gelukt en ik heb vertrouwen in de nieuwe bemanning’
Hans de Jong nam op 23 juni afscheid van het bestuur van Koninklijke Hibin. Hij heeft een lange staat van dienst binnen de branche én de vereniging. Hans kijkt terug op ruim veertig jaar bouwmaterialengroothandel en ruim dertig jaar Hibin, maar vooral ook naar de uitdagingen en kansen voor Hibin anno 2022.
De carrière van Hans de Jong liep van Braat Bouwstoffen in Den Haag, waar hij in 1978 startte, via Van de Venne Van der Sluis in Utrecht en PontMeyer in Maarssen naar Lingen Keramiek waar hij in 1999 begon en twee jaar geleden afzwaaide als directeur. De eerste echte kennismaking met Hibin was eind jaren tachtig in een gesprek met Peter van Heijgen, maar een beeld van de brancheorganisatie had hij al wel: “Ik herinner me dat er bij Braat Bouwstoffen in Den Haag een keer namens Hibin een heer met een sigaar langskwam. Daar werd over gefluisterd, die man had een zeker gezag. Hibin was een ouderwetse herenclub, totaal onvergelijkbaar met wat Hibin nu is. In het hoofdkantoor in Amsterdam (waar Hibin tot 1989 gevestigd was, red.) stond een enorme vergadertafel met voor elk van de 22 afdeling een eigen stoel met wapen in de rugleuning. De voorzitter droeg bij officiële gelegenheden een ambtsketting. In regiovergaderingen werd het beroemde gele boekje besproken. Daarin stonden de prijzen die minimaal voor bepaalde producten gehanteerd moesten worden. En wee degene die er vanaf week. Dat werd door accountants gecontroleerd. Onvoorstelbaar in deze tijd.”
Regio
In zijn tijd bij Van de Venne Van der Sluis trad Hans de Jong toe tot het bestuur van de regio Utrecht van Hibin. “Veel stelde het niet voor”, zegt Hans achteraf. “De voorzitter, Piet Waltman, had een huisje aan de Loosdrechtse Plassen. Daar spraken we af, gingen met een bootje de plas op, vergaderden onderweg tien minuten en hadden het verder vooral gezellig. We bespraken de prijzen, dat is wat ik me vooral herinner.” In het begin van het nieuwe millennium, Hans was inmiddels overgestapt naar Lingen Keramiek, werd hij lid van de Commissie Consumentenzaken van Hibin. “De aansluiting bij de Geschillencommissie en de totstandkoming van Consumentenvoorwaarden in samenwerking met de Consumentenbond en Vereniging Eigen Huis, zie ik als belangrijkste wapenfeit van die commissie”, zegt Hans. “Sindsdien hebben we vanuit Hibin een professionele aanpak van geschillen. Daar ben ik nog steeds erg enthousiast over. Er was ook toen nog een zekere aversie tegen het leveren aan particulieren, maar er werd al meer en meer duidelijk dat consumenten steeds meer zelf betrokken waren bij de aanschaf van bijvoorbeeld badkamers, tegels en keukens. En we zagen het op particuliere gerichte aanbod ook toenemen. De Geschillencommissie en consumentenvoorwaarden, waren voor ons bij Lingen Keramiek erg belangrijk. We gebruikten het als marketinginstrument en de consument was gevoelig voor de professionele benadering erachter, ook vanwege de participatie met de Consumentenbond en Vereniging Eigen Huis. Het is jammer deze vorm van ondersteuning niet wat meer wordt benut. Het zou mooi zijn als Hibin het consumentenbeleid een nieuw jasje geeft en een goede herstart maakt, flitsender, passend bij de behoeften van de moderne consument. Iedereen barst nu van het werk, maar we zouden wel eens heel snel weer in de situatie kunnen komen dat er een gevecht om de consument ontstaat. Dan heb je wel wapens nodig. Misschien dat nieuwe generaties dat wat meer inzien dan de traditionele handelaren.”
Adviesraad
Voordat Hans toetrad tot het bestuur, maakte hij een aantal jaren deel uit van de Adviesraad. “Ik zat daar als vertegenwoordiger van de familiebedrijven. We voerden er gezonde discussies over bijvoorbeeld de cao. Als vertegenwoordiger van een klein bedrijf, zonder medewerkers die lid waren van een vakbond, was ik vaak voorstander van wat confronterender gesprekken met de bonden, maar de grote werkgeverspartijen willen de invulling van goed werkgeverschap veel meer via de cao regelen. Een heftige periode was die waarin inkoopvereniging Veris afscheid wilde nemen en pittige discussies leidden tot een aparte contributieregeling voor inkooporganisaties. De voorgenomen en later afgeketste fusie met de VVNH was ook zo’n beladen onderwerp.”
De overstap van de Adviesraad naar het bestuur
Ook later in het bestuur behartigde Hans de Jong de belangen van de zelfstandige bedrijven. Alhoewel hij zijn rol ‘ondergeschikt’ noemt, was hij betrokken bij de nieuwe strategie van Hibin op basis van maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij Hibin zich Netwerk van de Bouwtoelevering ging noemen. “Dat was echt een ommezwaai. En als ik dan bij de laatste alv zie wat er aan nieuwe HIBIN medewerk(st)ers op het podium staat, realiseer ik me wat er de laatste jaren is veranderd. We communiceren op een moderne manier en leggen verbindingen in de sector. Dat moet je doen als je in deze tijd verder wilt komen. Die vernieuwing is dus goed gelukt en ik heb er vertrouwen in dat we met deze nieuwe bemanning verder komen.” Daarbij ziet Hans de Jong overigens ook een belangrijke nieuwe uitdaging: de arbeidsmarkt. “Het tekort aan personeel is een structureel probleem. Dat los je niet op met een bordje ‘collega’s gezocht’ achterop je auto. Denk dieper na over wat je kunt betekenen als werkgever. Je hebt een specifieke aanpak nodig om de branche te verkopen op de arbeidsmarkt. Breng eens tien jonge gasten uit de branche bij elkaar en stel de vraag: ‘waarom blijf jij bij je huidige werkgevers als je een andere baan krijgt aangeboden?’ Ik ben nieuwgierig naar de antwoorden, daar kun je van leren hoe je onderscheidend kunt zijn”
Je steekt er wat van op
“Deelname aan de Adviesraad, en later ook het bestuur, heeft me in contact gebracht met andere ontwikkelingen. Het was heel interessant om ook mee te denken over landelijke en strategische zaken. Je steekt er echt wat van op. Wat dat betreft kan ik het iedereen aanbevelen. Inmiddels ben ik alweer twee jaar niet meer actief betrokken. Dat betekent dat je op een gegeven moment te weinig actuele kennis kunt inbrengen. Het was dus tijd om afscheid te nemen. Maar ik kijk terug op een perfecte samenwerking. Binnen het bestuur vormden we een hecht team. Er werd naar elkaar geluisterd, we lagen elkaar goed.”