Het wetsvoorstel Modernisering concurrentiebeding
28.08.2024 / Werkgeverschap,

Het wetsvoorstel Modernisering concurrentiebeding

Het wetsvoorstel Modernisering concurrentiebeding

Het wetsvoorstel Modernisering concurrentiebeding, dat waarschijnlijk al per 1 januari 2025 in werking zal treden, legt het gebruik van concurrentiebedingen aan banden. Ook hebben sociale partners in de cao opgeroepen om het concurrentie alleen toe te passen als het nodig is. Veel werknemers komen niet in aanraking met bedrijfsgevoelige informatie.

Het kabinet stelt met dit wetsvoorstel een aantal aanscherpingen voor van de regels omtrent het concurrentiebeding. Het concurrentiebeding verbiedt een werknemer om na het einde van zijn arbeidsovereenkomst soortgelijke werkzaamheden uit te oefenen bij een ander bedrijf of als ondernemer. Het doel van de werkgever is om hiermee zijn bedrijfsbelangen te beschermen, zoals bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen, kennis over tarieven, klantgegevens en -bestanden en goodwill: het zogenaamde bedrijfsdebiet.

Het concurrentiebeding vormt een beperking van de grondwettelijke vrijheid van werknemers tot vrije arbeidskeuze. Daarom zou een concurrentiebeding alleen opgenomen en ingeroepen moeten worden wanneer dit echt belangrijk is voor de bescherming van het bedrijfsdebiet. Als er geen noodzaak is om het bedrijfsdebiet te beschermen, dan dienen vrije arbeidskeuze en arbeidsmobiliteit voorop te staan, zo luidt de redenering.

Uit onderzoek is gebleken dat het concurrentiebeding in veel gevallen wordt opgenomen in arbeidsovereenkomsten, vaak als standaardbepaling, ook wanneer hiertoe geen noodzaak of aanleiding is. Bijvoorbeeld wanneer de werknemer niet met bedrijfsgeheimen, tarieven of klantgegevens in aanraking komt. Het aantal opgenomen concurrentiebedingen is in korte tijd verdubbeld, zonder dat hier een goede reden voor is.

Onderzoek laat daarnaast zien dat het concurrentiebeding zo vaak gebruikt wordt dat het tot een ongerechtvaardigde beperking van werknemers kan leiden. Dit belemmert het goed functioneren van de arbeidsmarkt, omdat werknemers hierdoor beperkt worden om van baan te wisselen en werkzaam te blijven binnen hun expertise en specialisme. Voor werkgevers is het moeilijker om nieuw personeel aan te nemen.

Met dit wetsvoorstel worden de volgende doelen beoogd:

  • Een afname van het gebruik van het aantal (niet noodzakelijke) bedingen, waarbij de vrije arbeidskeuze, de arbeidsmobiliteit en een optimale arbeidsallocatie bevorderd worden.
  • Het in evenwicht brengen van de balans in belangen tussen werkgevers en werknemers.
  • Het bieden van meer rechtszekerheid, zodat op voorhand duidelijk is welke rechten en plichten voor werkgevers en werknemers gelden, waardoor een gang naar de rechter minder vaak nodig is.
  • Het in stand houden van de mogelijkheid voor werkgevers tot het beschermen van het bedrijfsdebiet.